Wat is sluitertijd?
Wat is sluitertijd?
Om het beeld dat de camera ziet om te zetten in een foto, heeft je camera licht nodig. Dit licht moet op de sensor terechtkomen. Met de sluitertijd bepaal je hoelang de lensopening van de camera openstaat om dit licht te vangen. De sluitertijd wordt daarom ook wel de belichtingstijd genoemd. Hoe langer de sluitertijd is, hoe meer licht er op de sensor valt. Een kortere sluitertijd zorgt voor een minder lange belichtingstijd.
Hoe werkt het?
Sluitertijd dankt zijn naam aan de sluiter, een belangrijk onderdeel van een spiegelreflexcamera. De sluiter is een systeem dat uit 2 gordijntjes bestaat. Zodra je een foto maakt, klappen deze gordijntjes weg zodat de sensor bloot komt te liggen. Hoe langer de gordijnen opengaan, hoe meer licht er binnenkomt op de sensor. Systeem- en compactcamera’s hebben een elektronische sluiter. Hierbij vindt er geen mechanische maar een elektronische verandering plaats in de camera. De sensor is dan in feite zijn eigen sluiter.
Wanneer gebruik ik het?
Met de sluitertijd bepaal je in de eerste plaats of je een beweging bevriest in een foto of niet. Bij sportfotografie wil je beweging graag bevriezen. In sommige foto's wil je juist dat de beweging zichtbaar is. Denk bijvoorbeeld aan rode en witte lichtstrepen van voorbijrazend verkeer. Hiervoor gebruik je een langere sluitertijd. Een beweging bevries je met een snelle sluitertijd. Daarnaast krijg je door de sluitertijd aan te passen meer controle over de belichting in je foto.
Hoe herken ik de sluitertijd op mijn camera?
De sluitertijd wordt aangegeven in aantal seconden. Het aantal seconden loopt bij de meeste camera's heel erg uiteen. De langste sluitertijd is meestal 30 seconden en de kortste soms wel 1/4000 seconde. Dat is dus 1 vierduizendste van een seconde. Als je met een sluitertijd werkt korter dan een seconde, herken je de sluitertijd aan '1/' met daarachter een bepaald getal.