Hoe stel je de sluitertijd op jouw spiegelreflexcamera in?
Stap 1: zoek de juiste stand op
Pak je camera op en zet hem aan. Draai de bovenkant van de camera naar je toe. Bovenop de camera vind je een bedieningsknop met diverse modi. In de standen P, Tv en M stel je de sluitertijd op een Canon spiegelreflexcamera handmatig in. Op een Nikon spiegelreflexcamera doe je dit met de standen P, S en M. Als je wil dat de camera de andere instellingen automatisch aanpast aan de sluitertijd, dan draai je de knop naar de Tv/S modus.
Stap 2: bepaal de lengte van de sluitertijd
Kijk door de zoeker of via het scherm naar het onderwerp dat je fotografeert om de geschikte sluitertijd te bepalen. Beweegt je onderwerp? Dan gebruik je een korte sluitertijd om het onderwerp te 'bevriezen'. Als je juist wil dat het onderwerp er bewegend op staat, stel je de camera in op een langere sluitertijd.
Stap 3: draai aan het wieltje
Naast de bedieningsknop bovenop je spiegelreflexcamera vind je een draaiwiel. Je draait dit wiel naar rechts voor een korte sluitertijd, en naar links voor een langere sluitertijd. Je ziet de sluitertijd als het goed is op het display van je camera veranderen. De sluitertijd herken je aan waarden als 1/1000 1/250, 1/1.3 en 5". Als je deze ziet veranderen, weet je dat je goed zit.
Stap 4: maak de foto
Je hebt de juiste sluitertijd ingesteld, dus is het tijd om de foto te maken. Druk op de afdrukknop waarmee je normaal gesproken ook een foto maakt. Bij een korte sluitertijd kun je dit doen terwijl je de camera in de hand houdt. Als je voor een langere sluitertijd kiest is de camera erg gevoelig voor bewegingsonscherpte. Zet je camera daarom op een statief. Om er zeker van te zijn dat je een scherpe foto maakt, gebruik je de zelfontspanner.