Hoe stel je het diafragma op jouw spiegelreflexcamera in?
Diafragma instellen in 4 stappen
Stap 1: zoek de juiste stand op
Neem je spiegelreflexcamera in de hand en zet hem aan. Draai de bovenkant van de camera naar je toe. Je vindt de bedieningsknop met de verschillende standen bovenop de camera. Als je een Canon camera hebt, draai je de knop naar de Av-stand. De bedieningsknop op een Nikon camera draai je naar A-stand. De camera zorgt er vervolgens voor dat de andere instellingen zich automatisch aanpassen aan het diafragma dat jij instelt.
Stap 2: bepaal het juiste diafragma
Kijk door de zoeker, ook wel de viewfinder genoemd, naar het onderwerp dat je fotografeert om het juiste diafragma te bepalen. Als je een portretfoto maakt, kies je voor een groot diafragma. Een groot diafragma herken je aan de lage diafragmawaarde. Een landschapsfoto schiet je met een klein diafragma dat zich laat vertalen in een hoog getal. De getallen lopen meestal uiteen van 1 tot 32. Je herkent de diafragmawaarden aan de 'f' die ervoor staat.
Stap 3: draai aan het wieltje
Als je het geschikte diafragmagetal hebt vastgesteld voor jezelf, draai je aan het wieltje dat bovenop de camera zit. Bij een Canon camera zit dit wieltje vaak aan de voorkant, bij een Nikon camera meestal iets meer aan de achterkant. Je draait het wiel naar links voor een groot diafragma en naar rechts voor een klein diafragma. Bekijk via het scherm of de viewfinder of je het juiste diafragma hebt geselecteerd.
Stap 4: maak de foto
Heb je het onderwerp goed in beeld en heb je het diafragma naar jouw wens ingesteld? Dan kun je de foto gaan maken. Dit doe je door op de afdrukknop te drukken zoals je normaal gesproken ook doet bij het maken van een foto.