Hoe stel je de ISO waarde op je spiegelreflexcamera in?
Stap 1: selecteer de juiste camerastand
In de volautomatische stand is het niet mogelijk om de ISO op je spiegelreflexcamera handmatig aan te passen. In de P-stand lukt dit wel. Ook in de rest van de halfautomatische standen, zoals op Canon spiegelreflexcamera's dit de Av- en Tv-stand zijn. Op Nikon en Sony camera's zijn dit de S- en A-stand. In de P-stand past de camera de andere instellingen automatisch aan de door jou gekozen ISO-waarde aan.
Stap 2: bepaal welke ISO-waarde je nodig hebt
Als je buiten bij daglicht fotografeert, is er voldoende licht voor je camera. Je gebruikt dan de laagst mogelijke ISO-waarde. Binnenshuis stel je een hogere ISO-waarde in, vaak is dat 200 of 400. Als je door de zoeker kijkt, zie je onderin een lichtmetertje. Zorg ervoor dat het metertje in het midden komt te staan. Hoe hoger de ISO, hoe groter de kans op ruis in het beeld. Probeer de waarden vanaf 800 daarom zoveel mogelijk te vermijden.
Stap 3: stel de ISO-waarde in
De instellingsknop waarmee je de ISO instelt zit bij iedere camera ergens anders. Op Canon camera's zit er vaak bovenop het toestel een ISO-knop. Als je een Nikon camera hebt, stel je de ISO meestal in via het menu. Zodra je in het ISO-menu zit, gebruik je de navigeerknoppen om langs de diverse waarden te gaan. Op deze manier selecteer je de ISO-waarde die jij nodig hebt voor het maken van je opname.
Stap 4: maak de foto
Na het selecteren van de juiste ISO-waarde past de camera in de P-stand de andere instellingen automatisch aan. Zo hoef je niet zelf nog de sluitertijd en het diafragma in te stellen. Je maakt de foto door eerst via de zoeker of het scherm naar je onderwerp te kijken. Zodra je alles goed in beeld hebt, druk je de ontspanknop half in om scherp te stellen. Je drukt de knop steviger in om de foto te maken.