Hoe stel je jouw camera in bij portretfotografie?
Diafragma
Bij portretfotografie draait het natuurlijk om de geportretteerde. Je wilt dat alle aandacht naar het model gaat. Dit lukt als alleen je onderwerp scherp is en de rest van de foto wazig is. Dat effect bereik je met een groot diafragma. Je creëert hiermee namelijk een kleine scherptediepte, wat inhoudt dat het scherpe deel van de foto kleiner is dan het onscherpe deel. Een groot diafragma staat gelijk aan een klein diafragmagetal. Kies een diafragma van f/5.6 of kleiner.
ISO
Door het grote diafragma is het waarschijnlijk niet nodig om een hoge ISO waarde te gebruiken. Je vangt hierdoor namelijk voldoende licht om de foto mee te belichten. Als dit niet het geval is, kun je de ISO wat opschroeven. Bijvoorbeeld naar 200 of 400 ISO. Let wel: hoe hoger de ISO, hoe groter de kans op ruis. Sommige camera's hebben een betere ruisonderdrukking dan andere. Experimenteer hier dus vooral mee tijdens het fotograferen.
Sluitertijd
Bij portretfotografie probeer je de foto beter te belichten door de camera handmatig in te stellen. Dit omdat het gebruik van je flitser meestal not done is. Niemand wordt knapper van flitslicht, ook jouw model niet. Gebruik alleen flitsers en studioverlichting als je hier geregeld mee werkt. Naast een groot diafragma en hogere ISO waarde, vang je ook meer licht met een langere sluitertijd. Probeer bijvoorbeeld een sluitertijd van 1/100. Een langere sluitertijd dan dat vergroot de kans op bewegingsonscherpte.
Focus
Ogen spreken het meest en daar wil je dan ook de nadruk op leggen. Dit bereik je door te focussen op de ogen. Zoek op je camera naar de functie waarmee je zelf het focuspunt kiest. Kijk via de zoeker of het scherm naar het onderwerp. Selecteer via de navigeerknoppen of het touchscreen het focuspunt dat op de ogen ligt. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. Handmatig scherpstellen kan ook, dat doe je via de lensring.