Hoe stel je jouw camera in bij fotograferen met weinig licht?
ISO
Een hogere ISO waarde zorgt ervoor dat de camera gevoeliger wordt voor licht en zo meer licht 'vangt'. Maar dit heeft ook een keerzijde. Er ontstaat tegelijkertijd namelijk steeds meer ruis in het beeld. Probeer dus ook in situaties met weinig licht de ISO zo laag mogelijk te houden. Op de meeste camera's is dit 100 ISO. Sommige camera's hebben een goede ruisonderdrukking waardoor je de ISO wat makkelijker omhoog schroeft.
Sluitertijd
Een lage ISO waarde, compenseer je onder meer met een langere sluitertijd. Met een langere sluitertijd wordt de beeldsensor langer blootgesteld aan het beschikbare licht. Zo is de camera toch nog in staat om een scherp beeld te vormen. Een goed resultaat bereik je waarschijnlijk al met een sluitertijd van 1/100 seconden. Let wel: een langere sluitertijd staat gelijk aan meer kans op bewegingsonscherpte. Om dit te voorkomen zet je je camera op een statief.
Diafragma
Een andere optie om een lage ISO te compenseren is een groter diafragma. Hoe groter het diafragma, ofwel de lensopening, hoe meer licht er op de beeldsensor valt. Dit betekent ook een kleinere scherptediepte. Het deel dat scherp is in de foto, is dan kleiner dan het onscherpe deel. Als je een portretfoto maakt bij weinig licht, kun je dus prima een groter diafragma gebruiken. Bijvoorbeeld f/2.8. Maar experimenteer er vooral eerst mee voor je een foto maakt.
Focus
Om het onderwerp in je foto scherp te krijgen, is het belangrijk dat je het focuspunt handmatig kiest. In donkere situaties is het voor de camera namelijk erg lastig om automatisch scherp te stellen. Kies voor een specifiek focuspunt als je met een klein onderwerp werkt. Het is handig om te focussen op dat wat het meeste licht geeft. Op de belichtingsmeter zie je heel precies of het onderwerp goed belicht is of dat je de belichting wat moet bijstellen.