Hoe meet je je eigen bloeddruk?
Je bloeddruk meten in 4 stappen
Volg de volgende 4 stappen om nauwkeurig je eigen bloeddruk te meten.
Stap 1: het meetmoment kiezen.
Stap 2: de manchet bevestigen.
Stap 3: de meting nauwkeurig uitvoeren.
Stap 4: de bloeddruk aflezen.
Stap 1: kies het juiste moment
Meet je voor het eerst je eigen bloeddruk? Dan meet je een week lang elke dag 's ochtends en 's avonds je bloeddruk. Zo oefen je het best en krijg je een betrouwbaar gemiddelde. Zorg dat je een half uur voor de meting geen inspannende activiteiten, zoals sport, of stressvol werk doet. Nadat je een paar dagen hebt geoefend, is het genoeg dat je één keer per maand je bloeddruk meet.
Stap 2: bevestig de manchet
Bevestig de bloeddrukmeter aan de arm die je het minst gebruikt. Zorg dat je arm ontbloot is zodat de manchet direct op je huid zit. Heb je een polsbloeddrukmeter? Dan bevestig je het apparaat aan je pols. Heb je een bovenarmbloeddrukmeter? Dan bevestig je het apparaat ongeveer 2 centimeter boven je elleboog.
Stap 3: de meting nauwkeurig uitvoeren
- Ga voor de meting 5 minuten stil zitten op een stoel.
- Zorg dat je een uur van tevoren niet hebt gerookt, geen medicatie hebt gebruikt en geen alcohol of koffie hebt gedronken.
- Meet de bloeddruk zittend in een stoel met je rug tegen de leuning en met je armen rustend op een tafel. Zet beide voeten naast elkaar op de grond.
- Zorg ervoor dat de manchet goed bevestigd is. Niet te strak, maar ook zeker niet te los, met de slang aan de binnenzijde van je arm.
- Praat niet tijdens de bloeddrukmeting.
Stap 4: de bloeddrukmeter aflezen
De gegevens van de bloeddrukmeter aflezen doe je op het scherm of op de manchet zelf. Dit verschilt per bloeddrukmeter. De waardes worden weergegeven in mmHg, wat staat voor millimeter kwik. Het hoogste getal is is de bovendruk en het laagste getal is de onderdruk. Je bloeddruk is normaal als deze onder de 135/90 mmHg ligt.