Vergelijk de systeemcamera met de spiegelreflexcamera

In een systeemcamera zit geen spiegel. Hierdoor is een systeemcamera een stuk lichter dan een spiegelreflexcamera, waar wel een relatief zware spiegel in zit. Je neemt een systeemcamera door het lage gewicht makkelijk met je mee op reis of als je op locatie fotografeert. De systeemcamera is soms ook kleiner. Veel uitgebreide systeemcamera's zijn hetzelfde formaat als spiegelreflexcamera's, maar beginner systeemcamera's zijn vaak erg compact.

Door de spiegel in de body is een spiegelreflexcamera zwaarder dan een systeemcamera. Een voordeel hiervan is dat je ook probleemloos zwaardere zoomlenzen gebruikt. Als de body te licht is, raakt je camera met lens namelijk snel uit balans. Je moet de lens dan bijvoorbeeld ondersteunen als de camera op een statief staat. Bij een zwaardere spiegelreflexcamera gebeurt dit minder snel. Door het gewicht neem je de spiegelreflexcamera minder makkelijk met je mee, bijvoorbeeld als je op een actieve vakantie gaat.

Er wordt vaak gedacht dat spiegelreflexcamera's betere foto's maken dan systeemcamera's. Onterecht, want in de camera's zitten vaak dezelfde sensoren. Het formaat van de beeldsensor heeft invloed op de kwaliteit van je beelden. In veel camera's vind je Micro Four Thirds sensoren die voor voldoende detail in je foto's zorgen. De grotere APS-C sensor vind je ook in veel systeemcamera's. Een klein aantal heeft zelfs een Full frame sensor waarmee je veel scherptediepte in je foto's krijgt.

Een spiegelreflexcamera is langzamer dan een systeemcamera. Nadat je een foto maakt, klapt de spiegel terug. Dit zorgt voor een korte vertraging. Veel spiegelreflexcamera's maken 5 tot 10 fps. Een klein aantal maakt er tussen de 10 en 30. Spiegelreflexcamera's met een hoog aantal fps, zijn vaak een stuk duurder dan die met een lager fps. Als je actiefoto's maakt, is een spiegelreflexcamera minder geschikt. Voor portretfotografie is een spiegelreflexcamera snel genoeg.

De meeste systeemcamera's hebben een elektronische viewfinder. Door deze viewfinder zie je een verkleinde versie van je beeldscherm. Het voordeel hiervan is dat je meteen het resultaat van je foto ziet. Als je bijvoorbeeld het diafragmagetal verkleint, zie je het verschil door de viewfinder. Het beeld wordt lichter en er ontstaat een kleinere scherptediepte. Sommige systeemcamera's hebben helemaal geen viewfinder. Je bekijkt de beelden dan alleen via het beeldscherm.

Alle spiegelreflexcamera's hebben een optische viewfinder. Door deze viewfinder kijk je naar precies hetzelfde beeld als je door de lens van je camera ziet. Dit levert een natuurlijk beeld op met levensechte kleuren. Je ziet geen aanpassingen van bijvoorbeeld de belichting en witbalans. Als je de gemaakte foto bekijkt, zie je pas of je de juiste instellingen gebruikt. Via de optische zoeker heb je nooit last van vertraging. Bij een elektronische viewfinder ontstaat er soms een korte vertraging.

Systeemcamera's hebben een kortere batterijduur dan spiegelreflexcamera's. Dit komt vooral door de elektronische viewfinder. Deze gebruikt stroom om het beeld te tonen. Ook zijn de accu's van een systeemcamera meestal kleiner. Hierdoor gaan ze minder lang mee. Als je een dag op locatie fotografeert, heb je meestal een extra batterij nodig voor je systeemcamera.

De optische viewfinder van een spiegelreflexcamera gebruikt geen stroom. Hierdoor is de batterijduur van dit type camera een stuk langer. Door het grotere formaat van de body, is de accu ook een stuk groter. Zo gaat deze langer mee. Je maakt meer foto's met een enkele batterij en wisselt niet de hele tijd van accu. Dat is handig tijdens een lange shoot.