8 tips voor precieze hartslagmeting via je smartwatch
Samenvatting tips
Een betrouwbare hartslagmeting via je smartwatch krijg je met deze 8 tips:
- Draag het horloge 2 vingers boven je pols.
- Draag het horloge strak, zodat het niet verschuift.
- Start de hartslagmeting voor je begint met sporten.
- Gebruik geen polsmeting voor interval- en krachttraining.
- Update de software regelmatig.
- Verwijder de sticker en houd de sensor vrij van vuil en krassen.
- Houd rekening met je wisselende hartslag.
- Koppel een hartslagband voor écht nauwkeurige metingen.
Tip 1: draag het horloge 2 vingers boven je polsgewricht
Waar je het horloge op je pols draagt is belangrijk voor de uitkomst van de hartslagmeting. Hier geldt: hoe hoger, hoe beter. Daarom raden we aan om het horloge tijdens het sporten minimaal 2 vingers boven je pols dragen. De sensor 'leest' je bloedstroom door weefsel. Hoe meer zacht weefsel, hoe beter de meting. Heb je tatoeages? Draag het horloge dan op de pols zonder tatoeages. Sommige inktsoorten beïnvloeden de meting.
Tip 2: draag het horloge strak, zodat het niet verschuift
Licht tussen de sensor en je pols brengt de meting in de war. Je voorkomt dat licht de meting beïnvloedt door het bandje wat strakker te zetten dan je gewend bent. Het moet strak zitten, zodat het niet verschuift, maar mag je bloedcirculatie niet afknellen. Is jouw bandje te groot, te klein of sluit het gewoon niet aan? Overweeg dan een nieuw bandje aan te schaffen.
Tip 3: start de hartslagmeting voor het sporten
Wacht even met sporten als je een meting of sportmodus start. Het horloge heeft een aantal minuten nodig om een stabiele meting te kunnen doen. Hierna raden we een kleine warming-up aan. Je hartslag is dan hoger op het moment dat je start met je daadwerkelijke training. De hartslagsensor in je smartwatch meet een hoge hartslag gemakkelijker.
Tip 4: geen polsmeting bij interval- en krachttraining
Een polssensor meet interval- en krachttraining niet zo goed als een hartslagband. De hartslagband meet de klopping van je hart, terwijl de polssensor het gevolg meet: de zuurstof die vrijkomt in je bloed. Een polssensor loopt dus altijd wat achter. Bij intervaltraining of sprinten is dit minder handig. Bij krachttraining spannen je spieren op een onnatuurlijke manier samen wat de meting beïnvloedt. Daarom raden we bij deze sporten een hartslagband aan.
Tip 5: update de software regelmatig
De algoritmes die voor een groot deel de nauwkeurigheid van de meting bepalen, veranderen constant. Update de software van je smartphone altijd zodra er een nieuwe update is. Dit doe je in de bijbehorende app op je smartphone.
Tip 6: houd de sensor vrij van vuil en krassen
Bij sommige smartwatches zit een sticker op de hartslagsensor ter bescherming. Verwijder deze sticker, want hij blokkeert de sensor. Daarnaast zorgen krassen en vuil dat de meting minder goed werkt. Ga daarom zorgvuldig om met je horloge en maak de sensor af en toe schoon. Dit doe je met een vochtig doekje.
Tip 7: houd rekening met je wisselende hartslag
Belangrijk om te onthouden: je hartslag verandert continu. Het is namelijk afhankelijk van je fysieke gesteldheid. Je hartslag kan bijvoorbeeld hoger of lager dan normaal zijn wanneer je moe of ziek bent. Hetzelfde geldt voor als je gestrest bent, veel koffie hebt gedronken of als het warm is. Twijfel je toch of voel je je niet goed? Raadpleeg dan altijd je huisarts.
Tip 8 : koppel een hartslagmeter voor meer info
Hoewel een polsmeting een goede en betrouwbare indicatie geeft van je hartslag, is het nooit zo nauwkeurig als een meting via een hartslagmeter om je borst. Daarom koppel je voor een zeer nauwkeurige hartslagmeting een hartslagband aan je smartwatch of smartphone.
Hartslagmetingen minder nauwkeurig door tatoeages
Een tatoeage op de plaats van een hartslagmeter kan de werking van een optische hartslagmeter verminderen. Het licht dat de hartslagmeter gebruikt, wordt geblokkeerd door de inkt en het patroon. Hierdoor is er kans op een minder nauwkeurige hartslagmeting.