Tips voor het maken van de beste architectuurfoto

Het belangrijkste bij het fotograferen van gebouwen is het perspectief. Je zult zien dat er veel meer mogelijkheden zijn om een gebouw vast te leggen dan je denkt. Een gebouw is vaak het minst interessant als je er recht voor gaat staan. Loop eens om het gebouw heen en zoek bijvoorbeeld de hoek van het gebouw op. Maak wat stappen naar links, naar rechts of zak wat door je knieën tot je de meest interessante hoek hebt gevonden.

Een foto wordt leuker om naar te kijken als er lijnen in te zien zijn. Je ogen volgen namelijk automatisch een lijn en worden zo naar het belangrijkste punt in de foto getrokken. Een gebouw heeft meestal hele strakke lijnen, zowel verticaal als horizontaal. Gebruik deze in je foto. Zorg er bijvoorbeeld voor dat een lijn van het gebouw van linksonder naar rechtsboven in je foto loopt. Of laat lijnen op 1 punt in de foto samenkomen.

In de fotografie wordt symmetrie vrijwel altijd vermeden omdat een foto er best saai van wordt. In sommige gevallen werkt symmetrie juist erg goed. Architectuurfotografie is daar een voorbeeld van. Sta je voor een gebouw dat 100 procent symmetrisch is? Gebruik dit dan in je foto. Als het niet in een keer is gelukt om het midden precies in het midden van de foto te krijgen, dan pas je dit later aan door de foto bij te snijden.

Net als symmetrie kan ritme ook helpen om je foto van een gebouw frisser te laten ogen. Ritme in de vorm van patronen creëert rust in een foto. Als je hiervoor kiest, zorg er dan voor dat je op de foto verder niets van de omgeving ziet. Je kunt ritme ook inzetten om diepte te geven aan de foto. Om deze suggestie te wekken, laat je wel wat van de omgeving zien. Denk hierbij aan een rij met lantaarnpalen.

Het inkaderen van het onderwerp zorgt ervoor dat de aandacht ernaartoe wordt getrokken. Dit kan met lijnen, maar ook met een doorkijkje. Denk hierbij aan een doorkijkje door een raam of tussen twee pilaren door. Een kader maak je daarnaast door gebruik te maken van de omgeving. Als er een boom naast het gebouw staat, gebruik je het groen en de takken als kader. Hetzelfde geldt voor richtingaanwijzers en metroborden.

Hoewel je hier niet altijd rekening mee kunt houden, is het wel leuk om te weten dat foto's mooier worden bij ochtend- of avondlicht. Aan het begin en tegen het einde van de dag zijn de kleuren buiten veel zachter. Gebouwen hebben vaak harde donkere kleuren, deze worden wat verzacht door de lichte kleuren van de lucht. Let er wel op dat je niet tegen de zon in fotografeert maar de zon in je rug hebt.

De kleuren van moderne gebouwen steken vaak goed af tegen de kleur van de lucht. Fotograferen met een zwart-wit filter helpt om dit contrast sterker te maken. Daarnaast laat zwart-wit fotografie een mooie lichtinval beter tot zijn recht komen. Het deel waar het licht op valt, krijgt dan nog meer aandacht omdat het oog niet wordt afgeleid door kleur. Je kunt het zwart-witeffect tijdens de nabewerking versterken door het contrast wat op te schroeven.