De verschillen tussen een keukenmixer en een foodprocessor

Kloppen, kneden en mixen zijn de belangrijkste functies van een keukenmixer. Dit krachtige apparaat wordt standaard geleverd met een garde, meng- en deeghaak die klop-, kneed- en mixwerk van je overnemen. De gardes roeren of kneden van bovenaf in de open, diepe mengkom. In deze kom stop je veel ingrediënten tegelijkertijd. Een keukenmixer is door zijn grote vermogen heel krachtig. Zo kneedt 'ie ook plakkerig pizzadeeg gemakkelijk tot de gewenste dikte.

Ook met een foodprocessor klop, kneed en mix je. Deeg wordt wel iets minder grondig gekneed dan met een keukenmixer, omdat je het kneedmes aan de onderkant van de kom bevestigt. Ook ligt zijn vermogen doorgaans wat lager. Omdat de mengkom vaak iets kleiner is dan die van een keukenmixer, zet je dus ook een wat kleinere taart op tafel.

Je breidt een keukenmixer uit met speciale blender en hakmolen opzetstukken. Deze opzetstukken nemen het hak-, snij- en raspwerk uit handen. Je bent wel afhankelijk van de degelijkheid van de opzetstukken en de scherpte van de meegeleverde messen. Dit is bijvoorbeeld belangrijk bij hele harde ingrediënten (noten of chocola) of juist hele zachte (kaas).

De foodprocessor is de ideale hulp voor het hakken, snijden en raspen van ingrediënten. Bij dit keukenapparaat krijg je verschillende snij- en raspschijven. Hiermee snij je groenten en fruit in een mum van tijd in plakjes of blokjes, of rasp je ze juist heel fijn. Ook bestaan er speciale schijven voor het snijden van bijvoorbeeld verse frieten. Een foodprocessor is ook heel geschikt voor ingrediënten die je met andere apparaten soms moeilijk snijdt, bijvoorbeeld noten, chocola of kaas.

In een keukenmixer maak je een saus of dip, bijvoorbeeld met het meegeleverde blender opzetstuk. Mayonaise maak je direct in de mengkom. Dat moet dan wel in grote hoeveelheden tegelijk, anders mengen de ingrediënten niet goed. Voor soep gebruik je een blender opzetstuk, maar gebruik dan wel een hittebestendige kan.

In een foodprocessor maak je je sauzen en dips direct in de mengkom. Vooral wat dikkere mengsels zijn hiervoor geschikt, bijvoorbeeld pesto. Soep maak je in het blender opzetstuk, mits de kan hittebestendig is.

Voor het maken van dun sap (met weinig vruchtvlees) gebruik je bij je keukenmixer een sapcentrifuge opzetstuk. In een blender opzetstuk maak je dikkere sappen, bijvoorbeeld een smoothie van je favoriete groenten en fruit. Wil je ijs crushen voor een milkshake? Controleer dan even of het blender opzetstuk daar geschikt voor is.

Voor het maken van dunne sappen gebruik je, net als bij een keukenmixer, een sapcentrifuge opzetstuk. Je maakt smoothies zowel in de mengkom als in een blender opzetstuk, al is de blender handiger voor het inschenken. IJs vermalen is voor de meeste foodprocessors een koud kunstje.

Op een keukenmixer installeer je ook een pasta of een vleesmolen opzetstuk. Zo draai je zelf verse pasta of gehakt. De dikte van de pastasliert of het gehakt is afhankelijk van het opzetstuk dat je gebruikt, maar in de meeste gevallen dus wel aan te passen.

Zag je het al helemaal voor je, die zelf gedraaide spaghetti en gehaktballetjes? Helaas: op een foodprocessor past geen pastamaker of vleesmolen. Knoflook, ui en een tomaatje hakken voor een lekkere pastasaus is dan weer wel mogelijk.