4 tips om je inductie fornuis te gebruiken
Aan de slag met je inductie fornuis
We geven je 4 tips om alles uit je inductie fornuis te halen.
- Tip 1. Sluit je fornuis goed aan
- Tip 2. Weet hoe inductie koken werkt
- Tip 3. Schaf de juiste pannen aan
- Tip 4. Herken de ovensymbolen
Sluit je inductie fornuis goed aan
Voor je inductie fornuis heb je de juiste aansluiting nodig. Je voorkomt hiermee dat de stoppen doorslaan. Controleer of jouw fornuis een 2- of 5-polige stopcontact heeft en of dit in je keuken past. Kijk hierbij ook of je meterkast krachtstroom of een fornuisgroep heeft. Is dit niet het geval, schakel dan een elektricien in om je meterkast om te bouwen.
Koken op inductie
Wanneer je je gasfornuis inruilt voor een inductie fornuis, kan het koken op inductie wennen zijn. Je ziet namelijk geen vlam ontsteken, maar zet de kookstand hoger of lager. Zodra je een kookzone aanzet, ontstaat er een magnetisch veld tussen de kookplaat en de pan. Hierdoor wordt de bodem van de pan warm. Haal je na het koken je pan van de plaat af, dan schakelt hij automatisch uit. Dit maakt inductie koken veilig. Let wel op de restwarmteindicatie.
Schaf de juiste pannen aan
Voor een inductie fornuis heb je een pan nodig die voor de magnetische bodem geschikt is. Je herkent een pan die geschikt is voor inductie aan dit symbool. Houd ook rekening met de diameter. Wanneer de pan te groot is voor het kookoppervlak, spreidt de warmte zich niet optimaal.
Ovensymbolen
Je fornuis zit vol met symbolen die allemaal hun eigen betekenis hebben. Per merk kan het uiterlijk van deze symbolen verschillen, maar ze komen grotendeels met elkaar overeen. Zo heb je bijvoorbeeld een symbool voor de hetelucht, de grillfunctie of de pizzastand.