Aan de slag met de DJI Mini 3 Pro
Aan de slag met de DJI Mini 3 Pro
De DJI Mini 3 Pro heeft veel handige functies, die je met deze tips makkelijk gebruikt. Zo maak je gemakkelijk cinematische beelden van hoge kwaliteit.
Tip 1: volg bewegende onderwerpen met ActiveTrack
Tip 2: maak beelden voor social media met vertical shooting
Tip 3: film cinematische video's met MasterShots
Tip 4: vermijd obstakels door obstakeldetectie
Tip 1: volg bewegende onderwerpen met ActiveTrack
Met de ActiveTrack functie volgt de drone een bewegend onderwerp. Dit kan jij zelf zijn, maar ook een dier of auto. Als de drone aan staat, richt je de camera op het onderwerp dat je wilt volgen. Met je vinger selecteer je het onderwerp op het beeldscherm van je afstandsbediening. Je tekent er op deze manier een groen vakje omheen. Onder in het scherm zie je daarna 3 opties: Active Track, Spotlight en POI. Je kiest voor Active Track en klikt op GO. De drone zal het geselecteerde onderwerp volgen en blijft hierbij op een veilige afstand.
Tip 2: maak social media beelden met vertical shooting
In de vertical shooting modus draait de gimbal van de drone 90 graden, waardoor je verticale beelden opneemt. Deze beelden plaats je bijvoorbeeld op social media. Je hoeft in de nabewerking geen verticale beelden uit horizontale video's te snijden, dus je beelden zijn van hoge kwaliteit. Als je de DJI Mini 3 Pro in combinatie met de DJI RC Smart Controller gebruikt, draai je de gimbal met de C2 knop. Druk opnieuw op deze knop en de camera draait weer terug. Gebruik je liever het scherm van de afstandsbediening of een DJI Remote Controller met je telefoon? Op het scherm klik je naast de opnameknop op het icoon met een rechthoek en een pijltje. Hierdoor draait de gimbal ook naar de vertical shooting modus.
Tip 3: film cinematische video's met MasterShots
Met DJI MasterShots maak je cinematische beelden waarbij de drone zelf in een vloeiende beweging vliegt. Op het beeldscherm van je afstandsbediening of telefoon klik je aan de rechterzijde op het film icoontje. Deze knop zit boven de rode opnameknop. In het menu dat opent, kies je MasterShots. Je selecteert op je scherm het onderwerp, bijvoorbeeld een gebouw. De drone beweegt daarna zelf en maakt verschillende beelden, bijvoorbeeld terwijl hij inzoomt, ronddraait en wegvliegt. Het onderwerp blijft hierbij centraal. Je neemt zo makkelijk veel verschillende beelden op. De drone heeft ook een QuickShots functie. Hierbij kies je zelf welke opnamemodus je gebruikt. Je vindt die optie in hetzelfde menu.
Tip 4: vermijd obstakels door obstakeldetectie
De DJI Mini 3 Pro heeft obstakeldetectie aan de voor-, achter- en onderkant. Als de obstakeldetectie ingeschakeld is, vliegt de drone in een vloeiende beweging om obstakels heen of remt hij. Wil je dit niet gebruiken? Dan schakel je de modus gemakkelijk uit. Druk rechtsboven in je beeldscherm op de 3 witte puntjes. Het menu met instellingen opent. Onder het kopje 'Safety' kies je bij 'Obstacle Avoidance Action' uit 3 opties. In de modus 'Bypass' vliegt de drone om obstakels heen. In de modus 'Brake' remt de drone als hij een obstakel ziet. Kies je voor 'Off', dan staat de obstakeldetectie uit. Hierbij let je zelf op obstakels en stuur je de drone eromheen.