Welk type lens gebruik ik voor natuur- en dierenfotografie?
Telelens
Een telelens van 70-200mm gebruik je als je wat dichterbij kunt komen bij de dieren. Toch zoom je er nog een aardig eind mee in, zodat je de dieren niet laat schrikken. Door de brandpuntsafstand van 70mm krijg je ook nog wat van de omliggende natuur op de foto. Duurdere telelenzen hebben een maximaal diafragma van ongeveer f/2.0. Zo gebruik je een korte sluitertijd om snel bewegende dieren vast te leggen zonder de ISO-waarde op te schroeven.
Groothoek met zoom
Met een groothoeklens met zoom kun je alle kanten op. Je legt er huisdieren mee vast en andere kleine dieren in de eigen omgeving. De lens is ook geschikt voor het fotograferen van grote natuurgebieden. Door de groothoek maak je namelijk een mooie landschapsfoto. Bij het fotograferen van dieren moet de lens wel beschikken over een groot maximaal diafragma. Anders is de lens niet geschikt om te fotograferen met een korte sluitertijd.
Macrolens
Een macrolens is geschikt om kleine details van dieren en bloemen vast te leggen. Vaak ligt het brandpunt tussen de 60 en 150mm. Met een macrolens kun je dichtbij op je onderwerp scherpstellen. Je creëert een onscherpe achtergrond, waardoor je de focus op 1 detail legt. Door het vaste diafragma is de beeldkwaliteit hoog. Op die manier leg je alle details helder vast. Er zijn ook macrolenzen met zoom. Hiermee fotografeer je een vogel of vlinder die verder weg zit.
Super telephoto
Tijdens een safaritocht en op een tropische vakantiebestemming zijn veel bijzondere dieren te zien die je goed wilt vastleggen. Eén probleem: je kan niet dichtbij komen. Je lost dit eenvoudig op met een super telephotolens. Er zijn lenzen beschikbaar met een maximale brandpuntsafstand van 600mm. Hiermee haal je dieren dichtbij terwijl jij op grote afstand blijft. Deze lenzen hebben meestal een diafragma van f/4.5-6.3. De grote opening vangt veel licht zodat jij met een snelle sluitertijd werkt.