Hoe kies ik een lens voor een systeemcamera?
Kies de juiste lensvatting
Je kunt een lens niet zomaar op elke camera bevestigen, omdat lenzen een unieke lensvatting hebben. Dit is het uiteinde van de lens die je op de camera draait. Lenzen voor systeemcamera's verschillen bijvoorbeeld al met die voor spiegelreflexcamera's. Daarnaast zijn er verschillende merken die lenzen voor systeemcamera's maken die je niet onderling kunt uitwisselen. Een Canon lens werkt bijvoorbeeld niet op een Sony systeemcamera of andersom. Kijk dus naar systeemcameralenzen van het merk van jouw camera.
Bepaal wat je ermee wilt fotograferen
Het onderwerp dat je vastlegt, is bepalend voor welke lens geschikt is voor jou. Als je houdt van landschapsfotografie dan kies je voor een groothoeklens. Deze lenzen hebben een brandpuntsafstand van 10 tot 24mm. Om wilde dieren te fotograferen moet je vaak ver inzoomen, dit doe je met een telephotolens van 100-400mm. Zie je op safari een giraffe in de verte, dan breng je deze helder in beeld. Voor portretfotografie gebruik je bijvoorbeeld een lens van 35mm of 50mm.
Kies een zoom- of primelens
Je hebt bepaald welke onderwerpen je wilt fotograferen, nu kun je kiezen tussen een zoom- of een primelens. Een zoomlens is veelzijdig in gebruik. Je fotografeert landschappen en hoge gebouwen, maar ook kleine details. Als je verschillende onderwerpen wilt vastleggen, kies je een zoomlens. Voor een specifiek type fotografie, zoals portretfotografie, gebruik je een primelens. Primelenzen kunnen niet zoomen. Het voordeel van primelenzen is dat ze lichtsterk zijn. Ze bieden een hoge beeldkwaliteit omdat ze gericht zijn op één brandpunt.