Wanneer gebruik je welke droogtegraad van je droger?

Wanneer je je wasgoed droogt, stel je zelf gemakkelijk een droogtegraad in. De meestvoorkomende droogtegraden van een wasdroger zijn:

• Strijkdroog: vlak voor het strijken
• Kastdroog: voor veelgebruikte kleding
• Kastdroog plus: écht droog wasgoed
• Extra droog: voor dikke stoffen

Je gebruikt droogtegraad 'strijkdroog' wanneer je je wasgoed na het drogen meteen gaat strijken. Met deze instelling blijft het wasgoed nog vrij vochtig na het drogen. Dit maakt het strijken gemakkelijker. Deze functie is bijvoorbeeld handig bij linnen beddengoed of kleding. Zo voorkom je dat er hardnekkige kreukels in de stof ontstaan tijdens het drogen.

Leg je je kleding na het drogen direct in de kast? Dan is droogtegraad 'kastdroog' de juiste instelling. Deze droogtegraad zorgt dat je shirts droog genoeg zijn om op te bergen. Na het drogen zit er nog een heel klein beetje vocht in de vezels van de stof. Dit zorgt ervoor dat je katoenen kleding niet krimpt en dat de vezels langer meegaan. Gebruik deze droogstand bij je meestgebruikte wasgoed, zodat het niet te lang in de kast ligt.

Het verschil tussen kastdroog en kastdroog plus is dat je je wasgoed bij kastdroog plus écht droog uit de trommel haalt. Er zit dan geen vocht meer in de stof, waardoor je het ook voor een lange tijd in de kast legt. Deze droogtegraad is ook handig als je je outfit direct wilt aantrekken na het drogen. Zo loop je niet in een klam T-shirt.

De droogtegraad 'extra droog' gebruik je alleen bij zeer dikke stoffen. Denk bijvoorbeeld aan een lading spijkerbroeken of katoenen handdoeken. Met deze stand verdwijnt al het restvocht uit het dikke wasgoed. Hierdoor weet je zeker dat je een droge handdoek gebruikt na het douchen. Gebruik deze stand niet voor je kleding of ondergoed. Je hebt namelijk kans dat ze op deze stand krimpen.

Je stelt de gewenste droogtegraad voor je was op verschillende manieren in. Zo kies je bijvoorbeeld voor een strijk- of kastdroog programma met de draaiknop van je droger. Met hetzelfde gemak kies je een specifiek programma voor je was. De droogtegraad stel je dan apart in via een knop op het display. Druk een aantal keer op de knop tot de gewenste droogtegraad is geselecteerd. Hoe je de droogtegraad van jouw eigen droger precies instelt, lees je in de handleiding van je wasdroger.

Kijk ook naar het wasetiket aan de binnenkant van je kleding. Op de symbolen staat of je wasgoed in de droger mag en zo ja, hoe warm:

• Droger met een kruis: stop je wasgoed niet in de trommel.
• Droger met 1 stip: droog je was op een lage stand (strijkdroog).
• Droger met 2 stippen: droog je was op een normale of hoge stand (kastdroog of extra droog).