Je droger droogt niet goed, wat nu?
Tips voor een droge was
Om je was beter te drogen, vind je hier 5 tips:
- Tip 1. Houd je aan het vulgewicht
- Tip 2. Gebruik de instelling 'extra droog'
- Tip 3. Reinig het filter en de condensor
- Tip 4. Centrifugeer je was vooraf
- Tip 5. Maak de sensor schoon
- Tip 6. Controleer de afvoerslang
Tip 1: houd je aan het vulgewicht
Als je was niet goed droogt, zit de trommel mogelijk te vol. Houd je altijd aan het maximale vulgewicht. Het verschilt per programma hoeveel kilogram er in de trommel mag. Bij het katoenprogramma is dit meer dan bij een kort droogprogramma voor enkele shirts. Kijk voor de maximale belading in de handleiding. Ook belangrijk: houd katoenen en synthetische was gescheiden. De vezels van deze stoffen verschillen veel en hebben een andere droogtijd. Houd je beddengoed en sportkleding apart en gebruik het juiste programma.
Tip 2: gebruik de instelling 'extra droog'
Om je handdoeken grondig te drogen, gebruik je een apart programma of aparte instelling. Dit verschilt per wasdroger. Bij de ene wasdroger kies je een programma, dat 'extra droog' of 'kastdroog extra' heet. Bij de andere droger selecteer je het katoenprogramma en stel je apart de droogtegraad in. Selecteer de extra droge optie om je wasgoed grondig te drogen. Controleer op het wasetiket of je was geschikt is voor intensief drogen. Houd er rekening mee dat het drogen met een warmtepompdroger langer duurt.
Tip 3: reinig het filter en de condensor
Maak het pluizenfilter en de condensor regelmatig schoon. Zo voorkom je dat je droger minder goed droogt. Het pluizenfilter vind je bij de trommelopening. Leeg het filter na elke droogbeurt. Maak ook de condensor schoon. Je vindt deze onder in de droger achter een klep. Bij een condensdroger spoel je de condensor af onder de kraan. Bij een warmtepompdroger zuig je die voorzichtig schoon met een stofzuigerborstel. Dit hoeft niet als je een volledig zelfreinigende condensor hebt.
Tip 4: centrifugeer je was vooraf
Help de wasdroger door je was vooraf op een hoog toerental te centrifugeren. Dit doe je met je wasmachine. Je was komt het droogst uit de trommel met 1.600 toeren per minuut. Andere wasmachines gaan tot 1.400 toeren, wat ook relatief droog is. Je gebruikt dit hoge toerental meestal alleen in combinatie met het katoenprogramma. Door het hoge toerental komt je was droger uit de trommel. Daarnaast bespaar je energie, doordat je was minder lang in de droger hoeft.
Tip 5: maak de sensor schoon
Elke droger heeft een vochtigheidssensor in de trommel. Deze meet hoeveel vocht er nog in je was zit. Wanneer je 'm niet goed schoonmaakt, wordt de sensor vuil. De droger droogt dan te kort of juist te lang. De vochtigheidssensor vind je meestal binnen in je wasdroger, onder de opening van de deur. De sensor ziet eruit als een soort metalen strook. Voor een goed droogresultaat maak je de sensor maandelijks schoon met een vochtige doek.
Tip 6: controleer de afvoerslang
Is jouw wasdroger aangesloten op de waterafvoer? Dan spoelt een afvoerslang het vocht van je kleding automatisch weg. Deze slang kan verstopt raken of zelfs scheuren. In dat geval kan er een lekkage of ophoping van water in de trommel ontstaan. Controleer of er geen knik of verstopping in de afvoerslang zit en spoel de slang goed door. Als de slang lekt, is het tijd om hem te vervangen.
Aanvullende tips
Duurt het drogen te lang, gebruik dan een kort programma. Je droogt hiermee enkele shirts in minder dan één uur. Je favoriete outfit is dan snel droog. Een andere tip: gebruik wasdrogerballen. Deze scheiden je handdoeken en beddengoed, waardoor de warme lucht zich beter verplaatst. Je wasgoed is hiermee sneller droog.
Probleem niet verholpen?
Werken de tips niet? Dan heb je misschien toch hulp nodig van een monteur. Onze reparatieservice helpt je daar graag een handje bij. Valt je droger binnen de garantie? Vul dan een online retourformulier in. Geen garantie? Geen probleem. Onze monteurs kijken naar het probleem en repareren je apparaat tegen betaling bij jou thuis. Zo heb jij snel weer een goedwerkende droger.