Waar moet het wasmiddel in?
In welk bakje moet wasmiddel
Hoofdwas (II)
In het vak waarbij een "II" (of 2) staat, doe je het wasmiddel voor de hoofdwas. Dit is het meest gebruikte vak. De hoeveelheid wasmiddel die je toevoegt hangt af van hoe vuil je was is. De gewenste dosering vind je op de verpakking van je wasmiddel.
Voorwas (I)
Als je erg vuile was hebt, draai je een voorwas. Hiermee spoel jij je wasgoed voor. Voor deze was gebruik je het vak waarbij een "I" (of 1) staat. Deze optie is overigens niet bij alle wasprogramma's mogelijk.
Wasverzachter (*)
Wasverzachter doe je in het vak met een ster of bloem. Dit is meestal het kleinste vak van de lade. Door wasverzachter te gebruiken, voelt je wasgoed zacht aan. Ook geeft het een frisse geur. Let erop dat je niet meer gebruikt dan aangegeven staat.
Automatische wasmiddeldosering
Bij een wasmachine met automatische dosering voeg je in één keer een grote hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter toe. Je giet dit in de 2 reservoirs in het zeepbakje. Zo kan je een hele tijd vooruit en doseer je automatisch. Soms gebruik je het tweede reservoir voor een extra soort wasmiddel in plaats van wasverzachter. Bij een Miele TwinDos wasmachine zitten de doseerflacons onderin. Wil je liever handmatig doseren? Dan doe je dit op de vertrouwde manier via de wasmiddellade.