OLED in technische taal
Techniek
OLED is een emissieve beeldtechniek die licht uitstraalt. Een OLED paneel bestaat uit beeldpixels die zijn opgebouwd uit 4 subpixels. De subpixels zijn gemaakt van organisch materiaal dat wit licht geeft als er stroom doorheen gaat. Dankzij een kleurfilter geeft elke subpixel een eigen kleur licht: rood, groen of blauw. Om de lichtintensiteit en kleuraccuratie te vergroten en de levensduur van de andere pixels te verlengen tref je een vierde, witte subpixel aan. Donker beeld geeft het OLED scherm weer door de pixels uit te schakelen. Je hebt daardoor een perfecte zwartwaarde. Leuk feitje: om het organische materiaal te beschermen tegen oxidatie is het vacuümverpakt.
Kijkervaring
OLED televisies hebben een zeer goede beeldkwaliteit. Dat komt in de eerste plaats door de perfect zwartwaardes. Die zorgen voor een groot contrast, en dat is het meest zichtbare aspect van goede beeldkwaliteit. Door het sterke contrast van OLED televisies in combinatie met een 10 bit kleurpaneel, geniet je van rijke, natuurgetrouwe kleuren en zie je in donkere gedeelten van het scherm veel details. Een OLED heeft grote kijkhoeken, waardoor je vanaf elke plek in de kamer dezelfde, hoge beeldkwaliteit hebt.
Weergave van snelle bewegingen
Een andere bijzonderheid is de manier waarop een OLED scherm beweging weergeeft. De OLED pixels schakelen binnen een milliseconde om. Daardoor bouwt de tv het beeld zo snel op dat er geen sprake is van 'panel smearing', waar - goedkope - LED tv's wel last van hebben. Je ziet dan een kleurstreep achter een bewegend object. Een nadeel van de razendsnelle beeldopbouw is onscherpte door 'persistence of vision'. Bij een video met een frequentie van 50 hertz staat elk beeld 20 ms stil op het scherm. Elke beweging van je ogen leidt dan tot onscherpte. Met beeldinterpolatie, ofwel het toevoegen van extra frames aan de video, lost de OLED tv dit probleem op.