Hoe kies je het juiste was-droogcombinatie programma voor je was?

Voor katoenen wasgoed, zoals shirts, handdoeken en beddengoed, gebruik je het katoenprogramma. Afhankelijk van het type katoenen wasgoed, kies je de juiste temperatuur. Zo was je je beddengoed en handdoeken op 60 graden Celsius of hoger. Op deze temperatuur weet je zeker dat ze hygiënisch schoon zijn. Katoenen kledingstukken was je op 40 graden of lager. Hierdoor gaan je shirts en broeken langer mee en behouden ze hun kleur. Je vult de trommel gerust met het maximale vulgewicht voor wassen.

Kleding van synthetische stoffen, zoals viscose, nylon of polyester, was je met een synthetisch wasprogramma. Dit programma wast op maximaal 60 graden en gebruikt een lager toerental. Hierdoor wast de automaat je kleding voorzichtiger dan bij het katoenprogramma. Let er op dat je bij dit programma geen volle trommel kunt wassen. Meestal heeft dit programma ruimte voor een halve trommelbelading, zodat de automaat je sportkleding en synthetische tops goed schoonwast.

Wollen truien, zijden blouses en lingerie vallen onder delicaat wasgoed. Voor deze kledingstukken gebruik je het best een speciaal wasprogramma voor wol, zijde, of ondergoed. Heeft je machine dit niet? Kies dan voor een fijne was, handwas of het delicate programma. De automaat wast het wasgoed dan op een lage temperatuur en gebruikt een laag toerental. Zo weet je zeker dat het goed uit de trommel komt. Houd er rekening mee dat je met deze programma's slechts een paar kilogram per wasbeurt wast.

Voor het drogen van dikkere stoffen zoals spijkerbroeken, beddengoed en handdoeken, kies je het katoenprogramma. Zet de droogtegraad op 'extra droog'. Zo zijn je handdoeken écht droog wanneer je ze gebruikt. Beddengoed droog je op een lage temperatuur, zodat het niet krimpt. Heeft je was-droogcombinatie een stoomfunctie? Gebruik deze dan bij het droogprogramma voor het verminderen van kreukels. Let goed op dat je niet meer dan de maximale droogcapaciteit in de trommel doet tijdens het drogen.

Ook katoenen broeken en shirts droog je met het katoenprogramma. Dit programma gebruik je over het algemeen het meest. Bij het drogen van je katoenen kleding kies je voor de droogtegraad 'kastdroog'. Door het kleine beetje vocht dat er in de stof blijft, slijt je kleding minder snel. Zo heb je langer plezier van je favoriete outfit. Ook bespaar je energie, omdat je minder lang droogt. Houd je aan het maximale drooggewicht van je was-droogcombinatie voor het beste droogresultaat.

Synthetische kleding, zoals sportkleding of tops van polyester of fleece, droog je met het synthetische droogprogramma. Wollen truien of zijden kleding droog je het best op een droogrek. Om deze in de automaat te drogen, kies je een speciaal programma voor wol of zijde. Als de was-droogcombinatie dit niet heeft, gebruik je ook voor deze kleding het synthetische programma. Zo droog je op een lagere temperatuur en gaat je kleding langer mee.